- 1
- De inhoudingsplichtige stelt zodra de artiest of beroepssporter zijn werkzaamheden aanvangt diens identiteit vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht en houdt een afschrift van dat document voor controle beschikbaar bij de loonadministratie.
- 2
- Artikel 7.5, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.