Uitsluiting van de tijdelijke en permanente veilige haven
De inspecteur geeft slechts dan geen gevolg aan de keuze van een informatieaangifte-indienende groepsentiteit voor de toepassing van de artikelen 8.8, 8.11, 8.13, of 8.14 ten aanzien van een staat voor een verslagjaar indien:
- a.op grond van de hoofstukken 3 tot en met 5 ten aanzien van een in die staat gevestigde groepsentiteit bijgeheven zou kunnen worden indien de artikelen 8.8, 8.11, 8.13, onderscheidenlijk 8.14, niet van toepassing zouden zijn en het effectieve belastingtarief in die staat, berekend op de voet van artikel 8.1, lager is dan het minimumbelastingtarief;
- b.hij de informatieaangifte-indienende groepsentiteit binnen 36 maanden nadat de bijheffing-informatieaangifte voor dat verslagjaar is ingediend op de hoogte stelt van specifieke feiten en omstandigheden die mogelijk een materieel effect hebben op de toepassing van de artikelen 8.8, 8.11, 8.13, onderscheidenlijk 8.14, en verzoekt om het effect van die feiten en omstandigheden op de toepassing van de artikelen 8.8, 8.11, 8.13, onderscheidenlijk 8.14, te verduidelijken; en
- c.de informatieaangifte-indienende groepsentiteit niet binnen 6 maanden na het verzoek erin slaagt aannemelijk te maken dat die feiten en omstandigheden geen materieel effect hebben op de toepassing van de artikelen 8.8, 8.11, 8.13, onderscheidenlijk 8.14.