Responsive image

Artikel 12.1 Belastingrente

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 12.1 Belastingrente

    1
  • Met betrekking tot een naheffingsaanslag wordt aan degene ten name van wie de naheffingsaanslag is gesteld belastingrente in rekening gebracht.
    2
  • De belastingrente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op de dag volgend op de laatste dag van de ingevolge artikel 11.1, derde lid, dan wel artikel 14.3, tweede lid, gestelde betalingstermijn en eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de naheffingsaanslag invorderbaar is ingevolge artikel 9 van de Invorderingswet 1990 en heeft als grondslag de nageheven belasting.
    3
  • Het eerste lid vindt geen toepassing indien de naheffingsaanslag het gevolg is van een verzoek dat is gedaan binnen twee maanden na het einde van de ingevolge artikel 11.1, derde lid, dan wel artikel 14.3, tweede lid, gestelde betalingstermijn voor het verslagjaar waarop de nageheven belasting betrekking heeft. Onder verzoek wordt onder meer verstaan een herziening van een aangifte (suppletie).
    4
  • Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing voor zover de belasting te laat, doch voordat een naheffingsaanslag is vastgesteld, wordt betaald, behoudens indien de betaling plaatsvindt binnen twee maanden na het einde van de ingevolge artikel 11.1, derde lid, dan wel artikel 14.3, tweede lid, gestelde betalingstermijn. Belastingrente wordt berekend over het tijdvak dat aanvangt op de dag volgend op de laatste dag van de ingevolge artikel 11.1, derde lid, dan wel artikel 14.3, tweede lid, gestelde betalingstermijn en eindigt op de dag van betaling en heeft als grondslag het bedrag van de te laat betaalde belasting.
    5
  • De artikelen 30h, derde en zesde lid, 30hb, 30ia en 30j van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn van overeenkomstige toepassing.
    6
  • Artikel 30ha, eerste tot en met derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de minimumbelasting, met dien verstande dat daarbij voor «3 maanden na het einde van het kalenderjaar of boekjaar waarop de teruggaaf betrekking heeft» wordt gelezen «2 maanden na het einde van de ingevolge artikel 11.1, derde lid, dan wel artikel 14.3, tweede lid, van de Wet minimumbelasting 2024 gestelde betalingstermijn voor het verslagjaar waarop de teruggaaf betrekking heeft».

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.