De verantwoordelijke kan de artikelen 9, eerste lid, 30, derde lid, 33, 34, 34a, tweede lid, en 35 buiten toepassing laten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:
- a.de veiligheid van de staat;
- b.de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten;
- c.gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;
- d.het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c, of
- e.de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.