- 1
- De verantwoordelijke die in strijd handelt met hetgeen bij of krachtens artikel 4, derde lid, of 78, tweede lid, is bepaald, wordt gestraft met geldboete van de derde categorie.
- 2
- De verantwoordelijke die een feit als bedoeld in het eerste lid, opzettelijk begaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
- 3
- De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen. De in het tweede lid strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.
- 4
- Met de opsporing van de in dit artikel omschreven feiten zijn behalve de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren belast de door Onze Minister daartoe aangewezen ambtenaren van het secretariaat van het College.