- 1
- In afwijking van artikel 53, eerste lid, en van artikel 10, tweede lid, en artikel 19, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt de accijns op aangifte voldaan:
-
- a.bij toepassing van artikel 52, tweede lid, onderdelen a tot en met d, en, voor zover het een geregistreerde geadresseerde betreft, onderdeel e: uiterlijk op de dag na het in artikel 52, tweede lid, onderdelen a tot en met e, bedoelde tijdstip;
- b.bij toepassing van artikel 52, derde lid, onderdelen a, c, d, e en f, voor zover geen sprake is van een fiscaal vertegenwoordiger: uiterlijk op de dag na het tijdstip, bedoeld in artikel 52, derde lid, onderdelen a, c, d, e of f;
- c.bij toepassing van artikel 52, derde lid, onderdeel b, voor zover het een ander dan de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats betreft: binnen één maand na het in artikel 52, derde lid, onderdeel b, bedoelde tijdstip;
- d.bij toepassing van artikel 52, derde lid, onderdeel g: binnen één maand na het in artikel 52, derde lid, onderdeel g, bedoelde tijdstip.
- 2
- In afwijking in zoverre van het eerste lid doet de geregistreerde geadresseerde aangifte van de in een week op de voet van artikel 52, tweede lid, onderdelen c en e, verschuldigd geworden accijns uiterlijk op de vrijdag van de week daaropvolgend. De verschuldigd geworden accijns wordt op aangifte voldaan.