In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- b.Raad voor werk en inkomen: de Raad voor werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- c.Centrale organisatie werk en inkomen: de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- d.Centrum voor werk en inkomen: een Centrum voor werk en inkomen als bedoeld in artikel 24 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- e.Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- f.Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- g.Raad van bestuur: een Raad van bestuur als bedoeld in artikel 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- h.Raad van advies: een Raad van advies als bedoeld in artikel 3 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- i.het College van toezicht sociale verzekeringen: het College van toezicht sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 2 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
- j.Landelijk instituut sociale verzekeringen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
- k.uitvoeringsinstelling: een uitvoeringsinstelling als bedoeld in artikel 41 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
- l.Arbeidsvoorzieningsorganisatie: de Arbeidsvoorzieningsorganisatie en de daartoe behorende organen, genoemd in hoofdstuk 2 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996 zoals deze luidde op de datum vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.