- 1
- Ieder der beide partijen is bevoegd de kantonrechter te verzoeken de agentuurovereenkomst te ontbinden op grond van:
-
- a.omstandigheden die een dringende reden opleveren in de zin van artikel 439 lid 2;
- b.verandering in de omstandigheden welke van dien aard is, dat de billijkheid eist dat aan de overeenkomst dadelijk of na korte tijd een einde wordt gemaakt.
- 2
- Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid onder a en kan van deze omstandigheid de verweerder een verwijt worden gemaakt, dan is deze schadeplichtig.
- 3
- Spreekt de rechter de ontbinding uit op grond van hetgeen is bepaald in het eerste lid onder b , dan kan hij aan een der partijen een vergoeding toekennen. Hij kan bepalen dat deze in termijnen wordt betaald.
- 4
- De behandeling vangt niet later aan dan in de vierde week volgende op die waarin het verzoekschrift is ingediend.
- 5
- Indien de rechter de ontbinding uitspreekt, bepaalt hij op welk tijdstip de agentuurovereenkomst eindigt.