- 1
- De belasting wordt geheven door inhouding op de voordelen, bedoeld in artikel 3.1.
- 2
- De inhoudingsplichtige houdt de belasting in op het tijdstip waarop de voordelen, bedoeld in artikel 3.1, worden genoten.
- 3
- De inhoudingsplichtige draagt de in een tijdvak ingehouden belasting op aangifte af.
- 4
- Voor zover de belasting niet op de voordelen, bedoeld in artikel 3.1, kan worden ingehouden, wordt de belasting geacht te zijn ingehouden op het genietingstijdstip, bedoeld in artikel 3.5.