Responsive image

Artikel 4 Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot...

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 4 Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot...

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden (vrijstellingsprocedure)

    1
  • Een lichaam dat inwoner van de Nederlandse Antillen is, en dat ingevolge artikel 11, derde lid, derde volzin, van de Belastingregeling voor het Koninkrijk, aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting, levert voor het geldend maken van die aanspraak bij de bevoegde aanslagregelende autoriteit over zijn plaats van vestiging een ingevulde en ondertekende verklaring in tweevoud in op een formulier volgens het in bijlage II opgenomen model (formulier 'IB 95(2) NAN'). Nadat het lichaam een exemplaar van de verklaring, voorzien van dagtekening en ondertekening van de daarop voorkomende bevestiging omtrent de woonplaats, van vorenbedoelde aanslagregelende autoriteit heeft terugontvangen, legt het dit over bij het innen van de dividenden.
    2
  • De vennootschap die het dividend verschuldigd is, is bevoegd het dividend uit te betalen onder aftrek van dividendbelasting naar een tarief van 8,3 percent indien de genieter van de opbrengst het van een ondertekende bevestiging omtrent het inwonerschap voorziene exemplaar van de in het eerste lid bedoelde verklaring heeft overgelegd en voorts op het formulier is verklaard dat in de Nederlandse Antillen met de naar een percentage van 8,3 percent ingehouden dividendbelasting formeel of in feite niet zodanig rekening wordt gehouden dat de feitelijke gecombineerde belastingdruk van woonstaat en bronstaat tezamen op het dividend lager is of wordt dan 8,3 percent en deze verklaring op het formulier is bevestigd door de bevoegde aanslagregelende autoriteit in de Nederlandse Antillen.
    3
  • In het in het eerste lid bedoelde formulier wordt verklaard:
    • (i) dat het lichaam inwoner is (was) van de Nederlandse Antillen in de zin van de Belastingregeling voor het Koninkrijk;
    • (ii) dat het lichaam een vennootschap is (was) waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;
    • (iii) dat het lichaam ten minste 25 percent bezit (bezat) van het nominaal gestorte kapitaal van de Nederlandse vennootschap;
    • (iv) dat het lichaam genieter is (was) van het dividend;
    • (v) dat in de Nederlandse Antillen met de naar een percentage van 8,3 percent ingehouden dividendbelasting formeel of in feite niet zodanig rekening wordt (is) gehouden dat de feitelijke gecombineerde belastingdruk van woonstaat en bronstaat tezamen op het dividend lager is of wordt dan 8,3 percent.
    4
  • De vennootschap die conform het tweede lid bevoegd is het dividend uit te betalen onder aftrek van dividendbelasting naar een tarief van 8,3 percent, zendt het aangiftebiljet dividendbelasting aan de inspecteur binnen wiens ambtsgebied zij is gevestigd en betaalt de af te dragen belasting aan de ontvanger binnen wiens ambtsgebied zij is gevestigd.
    5
  • Voorzover dividendbelasting welke is ingehouden en afgedragen, ingevolge het tweede lid, bij de uitbetaling van het dividend niet in aftrek is gebracht, wordt deze aan de vennootschap teruggegeven na indiening van een verzoek bij de inspecteur binnen wiens ambtsgebied zij is gevestigd, onder overlegging van het van een ondertekende bevestiging voorziene exemplaar van de in het eerste lid bedoelde verklaring. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
    6
  • Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger ten behoeve van de belanghebbende aan de vennootschap overgemaakt.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.