Een verzoek tot aanwezigheid van ambtenaren van het ene land bij een onderzoek op het grondgebied van één van de andere landen wordt slechts gedaan in gevallen waarin er gegronde aanwijzingen zijn dat sprake is van belastingontduiking of belastingontgaan van beduidende omvang, waarbij de complexiteit van de zaak, al dan niet in samenhang met dreigende termijnoverschrijding, een dergelijke aanwezigheid wenselijk maakt.
Toepassing van deze regeling in andere dan de bovenomschreven gevallen is slechts mogelijk nadat de bevoegde autoriteiten hierover overeenstemming hebben bereikt.