Toelichting situatie waarbij een tweede lidstaat betrokken is
Het onderhavige besluit bevat niet alleen regels voor personen die zich in een grensoverschrijdende situatie bevinden tussen Nederland en uitsluitend het Verenigd Koninkrijk. De regels kunnen ook worden toegepast in gevallen waarin er naast Nederland nog een tweede lidstaat betrokken is. In die gevallen zijn Verordening (EG) nr. 883/2004 en, bij onderdanen van derde landen, Verordening (EEG) nr. 1408/71 van toepassing vanwege de aanknoping met ten minste twee lidstaten. Hieruit volgt in beginsel dat Nederland in relatie tot de andere lidstaat of andere lidstaten eerst de toepasselijke verordening moet toepassen, waarbij het Verenigd Koninkrijk als derdeland moet worden beschouwd. Als Nederland vervolgens bevoegd is zijn wetgeving toe te passen, dan zorgt de onderhavige wetswijziging er echter voor dat Nederland in relatie tot het Verenigd Koninkrijk alsnog de verzekering kan vaststellen alsof het Verenigd Koninkrijk nog een lidstaat zou zijn.
De thans getroffen regeling is onder meer van belang omdat Nederland zonder deze regeling verplicht is om personen in de verzekering op te nemen als Nederland door Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt aangewezen als bevoegde lidstaat. Een bevoegde lidstaat mag niet discrimineren door personen van de verzekering uit te sluiten op grond van de nationaliteit of de woonplaats. Dit beginsel staat bekend als de sterke werking van de aanwijsregels. Van een dergelijke discriminatie is hier echter geen sprake. De onderhavige regeling zorgt ervoor dat personen die op basis van Verordening (EG) nr. 883/2004 onderworpen zijn aan de Nederlandse wetgeving in de relatie met het Verenigd Koninkrijk zullen worden gevrijwaard van dubbele verzekering en premieheffing alsmede de daarmee gepaard gaande administratieve lasten. De regeling strekt derhalve tot voordeel van de betrokken personen. Het is dan geheel in de geest van het Unierecht om de regeling ook toe te passen in situaties waarin naast Nederland een andere lidstaat betrokken is. Een andere interpretatie van de sterke werking van de aanwijsregels zou strijdig zijn met artikelen 45 en 48 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). (Noot 8: Volgens het Petroni-arrest (C-24/75) zou het doel van de artikelen 39 en 42 EG (nu artikelen 45 en 48 VWEU), niet worden bereikt, als werknemers, als gevolg van het gebruikmaken van het recht op vrij verkeer van werknemers, voordelen zouden verliezen die ze al zouden hebben gehad op basis van de eigen wetgeving alleen.)
De Nederlandse inwoner die voor de Brexit onderworpen is aan de Britse wetgeving, omdat deze inwoner voor een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde werkgever arbeid verricht in meerdere lidstaten, zal met toepassing van de onderhavige regeling voor de duur van twaalf maanden enkel verzekerd zijn op basis van de Britse wetgeving. Zonder de regeling zou de betrokken inwoner verzekerd raken in zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk met dubbele premieheffing tot gevolg.