- 1
- De inschrijving door de notaris, bedoeld in artikel 7 van de wet, in het repertorium omvat voor elke akte ten minste:
-
- a.een doorlopend volgnummer;
- b.de dagtekening van de akte;
- c.de soort van de akte;
- d.van ten minste een van de bij de akte optredende partijen:
- 1°.bij natuurlijke personen: de naam, met inbegrip van de voornamen, en de woonplaats;
- 2°.bij niet-natuurlijke personen: de statutaire naam en de woonplaats;
- e.de vermelding of het een in minuut dan wel in originali verleden akte betreft;
- f.het aantal renvooien en het aantal annexen.
- 2
- De notaris schrijft de door hem verleden akten dagelijks in het repertorium in, uiterlijk de dag nadat een akte is verleden. De artikelen 1 en 3 van de Algemene termijnenwet zijn van overeenkomstige toepassing.
- 3
- Doorhalingen in het repertorium blijven zichtbaar. Een volgnummer dat is doorgehaald, wordt niet opnieuw gebruikt.
- 4
- De inschrijving in het repertorium geschiedt overeenkomstig de daartoe door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, opgestelde richtlijnen.
- 5
- De KNB legt de dagtekening van de registratie vast en draagt ervoor zorg dat deze door de notaris kan worden geraadpleegd.
- 6
- In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, worden in geval van een proces-verbaal-akte als bedoeld in artikel 37 van de Wet op het notarisambt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, onder 1° en 2°, van ten minste een van de bij de inhoud belanghebbende personen of rechtspersonen vermeld in plaats van die gegevens van een bij de akte optredende partij.