Bij de registratie van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet worden door de inspecteur:
- a.de in de akte aangebrachte renvooien gewaarmerkt;
- b.genummerd en gewaarmerkt:
- 1°.de bladen van uit meer bladen bestaande akten;
- 2°.de annexen.