(1) PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.
(2) Aanbeveling ECB/2020/19 van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 betreffende dividenduitkeringen tijdens de COVID-19-pandemie en tot intrekking van aanbeveling ECB/2020/1 (PB C 102 I van 30.3.2020, blz. 1).
(3) Aanbeveling ECB/2020/35 van de Europese Centrale Bank van maandag 27 juli 2020 betreffende de uitkering van dividenden tijdens de COVID-19-pandemie en tot intrekking van aanbeveling ECB/2020/19 (PB C 251 van 31.7.2020, blz. 1).
(4) Kredietinstellingen kunnen verschillende rechtsvormen aannemen, bijv. beursgenoteerde bedrijven en vennootschappen zonder aandelen, zoals onderlinge maatschappijen, coöperaties of spaarinstellingen. Het in deze aanbeveling gebruikte begrip “dividend” verwijst naar elke vorm van contante uitbetaling in verband met tier 1-kernkapitaal die tot gevolg heeft dat de omvang of de kwaliteit van het eigen vermogen afneemt.
(5) Indien een financiële instelling gewone aandelen zou willen vervangen, zou dit overeenstemming met deze aanbeveling zijn.
(6) Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB L 141, 14.5.2014, blz. 1).