Responsive image

Aanhef

Download de app voor meer functionaliteit.

Aanhef

18.12.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/1

AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 15 december 2020

betreffende dividenduitkeringen tijdens de COVID-19 pandemie en tot intrekking van Aanbeveling ECB/2020/35

(ECB/2020/62)

(2020/C 437/01)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 27 maart 2020 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) Aanbeveling ECB/2020/19 van de Europese Centrale Bank (2) vastgesteld, waarin werd aanbevolen dat kredietinstellingen ten minste tot 1 oktober 2020 geen dividenden uitkeren en geen onherroepelijke verplichtingen tot het uitkeren van dividenden aangaan en kredietinstellingen zich onthouden van het terugkopen van aandelen om aandeelhouders te belonen. Op 27 juli 2020 heeft de ECB deze aanbeveling tot 1 januari 2021 verlengd met de vaststelling van Aanbeveling ECB/2020/35 van de Europese Centrale Bank (3). Beide aanbevelingen waren gebaseerd op de overweging dat het van cruciaal belang is dat kredietinstellingen hun rol als financier van huishoudens, kleine en middelgrote ondernemingen en vennootschappen blijven vervullen in de context van de aan COVID-19 gerelateerde economische schok. Het werd daarom van essentieel belang geacht dat kredietinstellingen hun kapitaal in stand houden om hun vermogen om de economie te ondersteunen, te behouden in een context van verhoogde onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie. Hiertoe werd het behoud van kapitaalmiddelen ter ondersteuning van de reële economie en de absorptie van de verliezen beschouwd als een prioriteit boven discretionaire dividenduitkeringen en de terugkoop van aandelen.

(2)

Ondanks de verbetering van de macro-economische omstandigheden en de vermindering van de mate van economische onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie sinds 27 maart 2020, blijft het niveau van onzekerheid hoog, hetgeen aanhoudende gevolgen heeft voor het vermogen van banken om hun kapitaalbehoeften op middellange termijn te voorspellen. Gezien de lopende steunmaatregelen van de overheid en de aanzienlijke vertraging van de impact van de economische fallout op de balansen van kredietinstellingen is het volledige effect van de aan COVID-19-gerelateerde economische schok op de bancaire sector nog niet volledig gematerialiseerd. Deze aanhoudende onzekerheid vereist uiterste terughoudendheid in het beleid en de praktijken van kredietinstellingen met betrekking tot dividenduitkeringen. De ECB ziet de noodzaak om kredietinstellingen aan te moedigen om af te blijven zien van dividenduitkeringen en het terugkopen van aandelen. In elk geval is het uiterst belangrijk dat kredietinstellingen zich in hun beraadslagingen over dividenduitkeringen laten leiden door hun interne capaciteit voor het genereren van kapitaal vanuit prospectief opzicht en de komende impact van de economische fallout op de kwaliteit van hun posities en kapitaal. Daarnaast is de ECB in het algemeen van oordeel dat het niet prudent zou zijn dat die kredietinstellingen in hun beraadslagingen overwegen uitkeringen te verrichten of aandelen terug te kopen ten belope van meer dan 15 % van hun geaccumuleerde winst over de boekjaren 2019 en 2020, of, indien deze lager is, meer dan 20 basispunten in termen van de tier 1-kernkapitaalratio.

(3)

Ten volle rekening houdend met de eenheid en de integriteit van de interne markt, ziet de ECB de noodzaak om met de bevoegde autoriteiten van de desbetreffende lidstaten besprekingen te voeren om vast te stellen of het passend is dat dividenden worden uitbetaald aan een moederinstelling, financiële moederholding of gemengde financiële moederholding die gevestigd is in een lidstaat die geen deelnemende lidstaat is. Deze besprekingen moeten onder meer worden geleid door de beginselen van gelijkwaardigheid en wederkerigheid met het oog op de ondersteuning van de soepele werking van de interne markt van de Unie in haar geheel, het behoud van een gezonde kapitaalpositie van kredietinstellingen vanuit prudentieel oogpunt en de bijdrage aan de stabiliteit van het financiële stelsel binnen de Unie en in elke lidstaat.

(4)

Om de steun aan de reële economie te maximaliseren, moeten minder belangrijke kredietinstellingen zich ook uiterst gematigd opstellen met betrekking tot hun uitkeringsbeleid, zulks in overeenstemming met deze aanbeveling.

(5)

Deze maatregel is van tijdelijke aard en wordt enkel door de huidige uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd. Behoudens materieel ongunstige ontwikkelingen is de ECB voornemens op 30 september 2021 deze aanbeveling in te trekken en de beoordeling van de plannen van de banken inzake kapitaal en dividenduitkeringen te hervatten op basis van de uitkomst van de normale toezichtcyclus,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.