Responsive image

Artikel 23 Vermogen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 23 Vermogen

    1
  • Vermogen bestaande uit onroerende zaken, zoals bedoeld in artikel 6, dat een inwoner van een Overeenkomstsluitende Staat bezit en dat is gelegen in de andere Overeenkomstsluitende Staat, mag in die andere Staat worden belast.
    2
  • Vermogen bestaande uit roerende zaken die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een Overeenkomstsluitende Staat in de andere Overeenkomstsluitende Staat heeft, of uit roerende zaken die behoren tot een vast middelpunt dat een inwoner van een Overeenkomstsluitende Staat in de andere Overeenkomstsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor het verrichten van zelfstandige arbeid, mag in die andere Staat worden belast.
    3
  • Vermogen bestaande uit schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd alsmede uit roerende zaken die worden gebruikt bij de exploitatie van deze schepen en luchtvaartuigen, is slechts belastbaar in de Overeenkomstsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen. Indien die Staat op grond van zijn wetgeving niet het geheel van het vermogen kan belasten, is het vermogen slechts belastbaar in de Overeenkomstsluitende Staat waarvan de onderneming inwoner is. Het bepaalde in artikel 8, tweede lid, vindt hierbij toepassing.
    4
  • Alle andere bestanddelen van het vermogen van een inwoner van een Overeenkomstsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.