Responsive image

J. GEGEVENS

Download de app voor meer functionaliteit.

J. GEGEVENS

Van de op 18 december 1992 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, naar welke Overeenkomst wordt verwezen in de preambule tot het onderhavige Protocol, is de tekst geplaatst in Trb. 1993, 77; zie ook Trb. 1993, 158. Ten tijde van de ondertekening van het onderhavige Protocol zijn tussen de Nederlandse en de Amerikaanse Regering nog de volgende brieven gewisseld:

Nr. I

Washington D.C., October 13, 1993

Excellency,

I have the honour to refer to the Convention signed on 18 December 1992 between the United States of America and the Kingdom of the Netherlands for the Avoidance of Double Taxation and the Prevention of Fiscal Evasion with respect to Taxes on Income (hereinafter referred to as: the Convention) and to the Protocol signed today amending the Convention (hereinafter referred to as: the Protocol) and to propose on behalf of the Government of the United States of America the following:

In the course of the negotiations leading to the conclusion of the Protocol signed today, the negotiators developed and agreed upon a common understanding and interpretation of the following provisions. These understandings and interpretations are intended to give guidance both to the taxpayers and the tax authorities of our two countries in interpreting various provisions contained in the Convention and the Protocol. It is my Government's view that as we both gain experience in administering the Convention and the Protocol competent authorities may in the context of a mutual agreement procedure under Article 29 of the Convention develop and publish amendments to the understandings and interpretations laid down in the following.

I. In reference to Article 10 (Dividends) and subparagraph 8(b) of Article 26 (Limitation on Benefits):

For the purpose of Article 10 and subparagraph 8(b) of Article 26, it is understood that depository receipts or trust certificates of shares will be considered to possess the rights attached to the shares which they replace, including the voting rights thereof.

II. In reference to subparagraphs 2(a) and (c) of Article 26 (Limitation on Benefits):

If a person resident in one of the States is engaged in the active conduct of a trade or business in that State and derives income from the other State without being engaged in the active conduct of a trade or business in the other State, and such person (and any associated person as meant in Article 26, paragraph 2(e)(iii) through (vii)) does not own shares (other than shares that generate income as described in subparagraph 2(a)(ii) of Article 26) in the person from which the income is derived, then such person shall qualify under paragraph 2 of Article 26 if:

a) the income derived in the other State is derived in connection with the trade or business in the first-mentioned State, or

b) the income derived in the other State is incidental to the trade or business in the first-mentioned State.

III. In reference to paragraph 8 of Article 12 (Interest) and subparagraph 2(a) of Article 26 (Limitation on Benefits):

For the purpose of subparagraph 2(a) of Article 26 and paragraph 8 of Article 12 it is understood that interest derived from group financing or portfolio investments shall be considered to be part of the business of making or managing investments.

IV. In reference to subparagraphs 2(e)(vi) and 2(e)(vii) of Article 26 (Limitation on Benefits) and Article XVI of the Memorandum of Understanding:

For the purpose of subparagraphs 2(e)(vi) and 2(e)(vii) of Article 26 the following states will be added to the states regarded as "identified states" having effective provisions for the exchange of information with the Netherlands: Portugal, Japan.

V. In reference to subparagraph 3(a) of Article 26 (Limitation on Benefits):

For the purpose of subparagraph 3(a) of Article 26 it is understood that the activities referred to in that subparagraph must be performed in the State of residence of the person performing such activities.

VI. In reference to subparagraph 8(d)(iv) of Article 26 (Limitation on Benefits) and Article XXII of the Memorandum of Understanding:

For purposes of subparagraph 8(d)(iv) of Article 26 the principal stock exchanges of Frankfurt, London, Paris, Brussels, Hamburg, Madrid, Milan, Sydney, Tokyo and Toronto will be considered to be "recognized stock exchanges".

VII. In reference to subparagraph 8(i) of Article 26 (Limitation on Benefits):

It is understood that, in determining whether a person will be considered a "resident of a member state of the European Communities" for purposes of subparagraph 8(i) of Article 26, such person will be considered to be otherwise entitled to the benefits of the Convention between that person's state of residence and the United States if that person is entitled to the benefits of such Convention with respect to the items of income derived from the United States under all provisions of such Convention with the exception of any provisions in such Convention relating to the limitation on benefits, except that such person must also satisfy any relevant provision relating to the limitation on benefits of such Convention, if Article 26 does not contain a provision that is of the same or similar nature as the provision in such Convention.

VIII. In reference to paragraph 2 of Article 35 (Exempt Pension Trusts):

For the purpose of paragraph 2 of Article 35, a person is considered to be a related person if more than 80% of the vote or value of any class of the shares is owned by the person deriving the income. If the fore-going understandings and interpretation of the various provisions meet with the approval of the Government of the Kingdom of the Netherlands this Note and your Note in reply thereto will constitute a common and binding understanding by our Governments of the Convention and the Protocol. Accept, Your Excellency, the expression of my highest consideration.

For the Secretary of State:

(sd.) DANIEL TARULLO

His Excellency

Adriaan Jacobovits de Szeged

Ambassador of the Kingdom of the Netherlands

Washington D.C., 13 oktober 1993

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de op 18 december 1992 getekende Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en het Koninkrijk der Nerderlanden tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (hierna te noemen: de Overeenkomst) en naar het heden ondertekende Protocol tot wijziging van de Overeenkomst (hierna te noemen: het Protocol) en namens de Regering van de Verenigde Staten van Amerika het volgende voor te stellen:

In de loop van de onderhandelingen die hebben geleid tot het sluiten van het heden ondertekende Protocol hebben de onderhandelaars met betrekking tot de navolgende bepalingen een gemeenschappelijke overeenstemming en interpretatie opgesteld en daarover overeenstemming bereikt. Deze overeenstemmingen en interpretaties zijn bedoeld als richtlijn voor zowel de belastingplichtigen als de belastingautoriteiten van onze twee landen bij de interpretatie van diverse bepalingen die in de Overeenkomst en het Protocol zijn opgenomen. Het is het standpunt van mijn Regering dat, naarmate wij beide meer ervaring opdoen bij het uitvoeren van de Overeenkomst en het Protocol, de bevoegde autoriteiten in het kader van een regeling voor onderling overleg op grond van artikel 29 van de Overeenkomst wijzigingen op de overeenstemmingen en de interpretaties zoals in het navolgende neergelegd, kunnen formuleren en publiceren.

I. Met betrekking tot artikel 10 (Dividenden) en van artikel 26, achtste lid, letter b (Beperkingen van voordelen):

Voor de toepassing van artikel 10 en van artikel 26, achtste lid, letter b, is het wel te verstaan dat certificaten of trustcertificaten van aandelen worden beschouwd de rechten te bezitten die zijn verbonden aan de aandelen waarvoor zij in de plaats treden, daaronder begrepen de stemrechten daarvan.

II. Met betrekking tot artikel 26, tweede lid, letters a en c (Beperking van voordelen):

Indien een persoon die inwoner is van een van de Staten betrokken is bij het actief uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in die Staat en voordelen verkrijgt uit de andere Staat zonder in die andere Staat betrokken te zijn bij het actief uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, en zo'n persoon (en enig gelieerde persoon als bedoeld in artikel 26, tweede lid, letter e, onder iii tot en met vii) geen aandelen bezit (andere dan aandelen die voordelen genereren als bedoeld in artikel 26, tweede lid, letter a, onder ii) in de persoon waarvan de voordelen worden verkregen, dan kwalificeert die persoon op grond van het tweede lid van artikel 26 indien:

a. de voordelen verkregen in de andere Staat zijn behaald in samenhang met de bedrijfsmatige activiteiten in de eerstbedoelde Staat; of

b. de voordelen verkregen in de andere Staat voor het bedrijf in de eerstbedoelde Staat bijkomstige voordelen zijn.

III. Met betrekking tot artikel 12, achtste lid (Interest) en artikel 26, tweede lid, letter a (Beperking van voordelen):

Voor de toepassing van artikel 12, achtste lid en artikel 26, tweede lid, letter a, is het wel te verstaan dat interest verkregen uit concernfinanciering of portfoliobeleggingen beschouwd zal worden deel uit te maken van het beleggen of het beheren van beleggingen.

IV. Met betrekking tot artikel 26, tweede lid, letter e, onder vi en vii (Beperking van voordelen) en onderdeel XVI van het Memorandum van Overeenstemming: Voor de toepassing van artikel 26, tweede lid, letter e, onder vi en vii, zullen de volgende staten worden toegevoegd aan de staten die zijn aangemerkt als „aangewezen staten", zijnde staten die met Nederland doeltreffende regelingen hebben voor de uitwisseling van inlichtingen: Portugal, Japan.

V. Met betrekking tot artikel 26, derde lid, letter a (Beperking van voordelen):

Voor de toepassing van artikel 26, derde lid, letter a, is het wel te verstaan dat de activiteiten waarnaar in deze bepaling wordt verwezen, moeten worden verricht in de Staat van vestiging van de persoon die die activiteiten verricht.

VI. Met betrekking tot artikel 26, achtste lid, letter d, onder iv (Beperking van voordelen) en Artikel XXII van het Memorandum van Overeenstemming:

Voor de toepassing van artikel 26, achtste lid, letter d, onder iv, worden als „erkende effectenbeurs" beschouwd de voornaamste effectenbeurzen van Frankfurt, Londen, Parijs, Brussel, Hamburg, Madrid, Milaan, Sydney, Tokyo en Toronto.

VII. Met betrekking tot artikel 26, achtste lid, letter i (Beperking van voordelen):

Voor de vaststelling of een persoon voor de toepassing van artikel 26, achtste lid, letter i, kan worden beschouwd als „inwoner van een lidstaat van de Europese Gemeenschap", is het wel te verstaan dat die persoon beschouwd wordt anderszins recht te hebben op de voordelen van de overeenkomst tussen de woonstaat van die persoon en de Verenigde Staten indien die persoon gerechtigd is tot de voordelen van die overeenkomst met betrekking tot de inkomensbestanddelen verkregen uit de Verenigde Staten ingevolge alle bepalingen van die overeenkomst met uitzondering van de bepalingen in die overeenkomst betreffende de beperking van voordelen, met dien verstande dat die persoon ook moet voldoen aan enige relevante bepaling betreffende de beperking van voordelen van die overeenkomst, indien artikel 26 niet een bepaling bevat die gelijk is aan of van gelijke strekking is als de bepaling in die overeenkomst.

VIII. Met betrekking tot artikel 35, tweede lid (Vrijgestelde pensioenfondsen):

Voor de toepassing van artikel 35, tweede lid, wordt een persoon beschouwd als een gelieerde persoon indien meer dan 80% van de stemmen of de waarde van enige soort aandelen het eigendom is van de persoon die de voordelen verkrijgt. Indien de vorengenoemde overeenstemmingen en interpretaties van de diverse bepalingen de goedkeuring van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden hebben kunnen wegdragen, dan vormt deze Nota en uw Nota in antwoord hierop een onderlinge en bindende overeenkomst tussen onze Regeringen ten aanzien van de Overeenkomst en het Protocol.

Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

Voor de Minister van Buitenlandse Zaken

(w.g.) DANIEL TARULLO

Zijne Excellentie

Adriaan Jacobovits de Szeged

Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden

Nr. II

Washington D.C., October 13, 1993

Dear Mr. Secretary,

I have the honour to confirm the receipt of your Note of today's date which reads as follows:

(Zoals in Nr. I)

I have the honour to inform you, that my Government agrees to the above.

Accept, Your Excellency, the expression of my highest consideration.

(sd.) A. JACOBOVITS DE SZEGED

Adriaan Jacobovits de Szeged

Ambassador of the Kingdom

of the Netherlands

The Honorable Warren M. Christopher

Secretary of State of

the United States of America

Washington D.C., 13 oktober 1993

Excellentie,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw Nota van heden die als volgt luidt:

(Zoals in Nr. I)

Ik heb de eer u mede te delen dat mijn Regering met het vorenstaande akkoord gaat.

Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen aanvaarden.

(w.g.) A. JACOBOVITS DE SZEGED

Adriaan Jacobovits de Szeged

Ambassadeur van het Koninkrijk

der Nederlanden

Zijne Excellentie Warren M. Christopher

Minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten van Amerika

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.