Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen, met inbegrip van rechten op, belangen bij, of op voordelen van vermogensbestanddelen die voortvloeien uit deze exploratie of exploitatie, worden beschouwd als onroerende zaken die zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rechten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die Staat en de voordelen die kunnen worden toegerekend aan de vaste inrichting worden belast in overeenstemming met de nationale belastingwet- en regelgeving van die Staat.