De belastingheffing van een onderneming van een van de Overeenkomstsluitende Staten in de andere Overeenkomstsluitende Staat is in die andere Overeenkomstsluitende Staat niet ongunstiger dan de belastingheffing van ondernemingen van die andere Overeenkomstsluitende Staat die dezelfde werkzaamheden uitoefenen.
Deze bepaling mag niet aldus worden uitgelegd dat zij een Overeenkomstsluitende Staat verplicht aan inwoners van de andere Overeenkomstsluitende Staat bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen uit hoofde van de samenstelling van het gezin of gezinslasten te verlenen, die hij aan zijn eigen inwoners verleent.