Niettegenstaande de bepalingen van artikel 10, tweede lid, onderdeel a), zal zolang ingevolge de bepalingen van de Nederlandse Wet op de vennootschapsbelasting en de toekomstige wijzigingen daar van, van een lichaam dat inwoner is van Nederland geen Nederlandse vennootschapsbelasting worden geheven ter zake van dividenden die dat lichaam ontvangt van een lichaam dat inwoner is van Turkije, het percentage voorzien in dat onderdeel worden verlaagd tot:
- a)10 percent ter zake van dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van Turkije; en
- b)5 percent ter zake van dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van Nederland. In dat geval worden de bepalingen van artikel 23, tweede lid, onderdeel d), dienovereenkomstig toegepast.