- 1
- Dit Verdrag is van toepassing op belastingen naar het inkomen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van een van de Verdragsluitende Staten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke publiekrechtelijke lichamen daarvan.
- 2
- Als belastingen naar het inkomen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inkomen, of naar bestanddelen van het inkomen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende zaken, belastingen naar het totaalbedrag van de door ondernemingen betaalde lonen of salarissen, alsmede belastingen naar waardevermeerdering.
- 3
- De bestaande belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, zijn in het bijzonder:
-
- a.in het geval van Nederland:
- (i)de inkomstenbelasting;
- (ii)de loonbelasting;
- (iii)de vennootschapsbelasting, daaronder begrepen het aandeel van de Regering in de nettowinsten behaald met de exploitatie van natuurlijke rijkdommen geheven krachtens de Mijnwet 1810 met betrekking tot concessies uitgegeven vanaf 1967, of geheven krachtens de Nederlandse Mijnwet continentaal plat 1965;
- (iv)de dividendbelasting;(hierna te noemen: „Nederlandse belasting”);
- b.in het geval van Tunesië:
- (i)l'impôt sur le revenu des personnes physiques (de inkomstenbelasting voor natuurlijke personen);
- (ii)l'impôt sur les sociétés (de vennootschapsbelasting);(hierna te noemen: „Tunesische belasting”).
- 4
- Het Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van het Verdrag naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten doen elkaar mededeling van alle belangrijke wijzigingen die in hun onderscheiden belastingwetgevingen zijn aangebracht.