Aan de 4 op maart 1974 tussen Nederland en Tsjechoslowakije gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1974, nr. 98) kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst:
- a.Vermindering tot 10% van de Tsjechoslowaakse belasting op dividenden, betaald door een lichaam dat inwoner van Tsjechoslowakije is (artikel 10, tweede lid).
- b.Algehele vrijstelling van de Tsjechoslowaakse belasting op dividenden, indien de genieter van de dividenden een Nederlands lichaam is waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld en dat onmiddellijk ten minste 25% bezit van het kapitaal van het Tsjechoslowaakse lichaam dat de dividenden betaalt (artikel 10, derde lid).
- c.Algehele vrijstelling van de Tsjechoslowaakse belasting op interest, afkomstig uit Tsjechoslowakije (artikel 11, eerste lid). Deze vrijstelling is niet van toepassing op hypotheekrente waarvoor een in Tsjechoslowakije gelegen onroerend goed is verbonden (artikel 6, eerste en tweede lid, en artikel 11, tweede lid).
- d.Vermindering tot 5% van de Tsjechoslowaakse belasting op royalty's, afkomstig uit Tsjechoslowakije (artikel 12, tweede lid).
De in dit artikel vermelde vrijstellingen en verminderingen zijn niet van toepassing, indien de genieter van de dividenden, de interest of de royalty's in Tsjechoslowakije een vaste inrichting heeft en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, de vordering uit hoofde waarvan de interest verschuldigd is, of het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort (artikel 10, zevende lid, respectievelijk artikel 11, derde lid, en artikel 12, vijfde lid).