Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan aan de andere Partij voorstellen onderling te beraadslagen omtrent de uitvoering van dit Verdrag.
De andere Partij neemt deze beraadslaging in welwillende overweging en geeft daartoe voldoende gelegenheid. De beraadslaging vindt plaats door middel van een Gezamenlijke Commissie, die door de twee Partijen wordt ingesteld.
De Gezamenlijke Commissie bestaat uit vertegenwoordigers, aan te stellen door de onderscheiden Regeringen.