Paragraaf VI.1
De bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU en de Overeenkomst zijn van toepassing op de geheimhouding en de beperkingen die worden gesteld aan de uitwisseling van inlichtingen.
Paragraaf VI.2
De verzoeken om bijstand en de uit te wisselen inlichtingen worden door de bevoegde autoriteiten van de aangezochte Staat gezonden aan de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Staat.
Paragraaf VI.3
De verzoeken om bijstand worden waar mogelijk binnen drie maanden beantwoord door de aangezochte Staat. Indien een verzoek niet kan worden beantwoord of indien niet aan een verzoek kan worden voldaan binnen de genoemde termijn, wordt de verzoekende Staat hiervan in kennis gesteld voordat de termijn is verstreken.
Paragraaf VI.4
De verzoeken om bijstand worden opgesteld in het Engels. In spoedeisende gevallen mag een verzoek geheel of gedeeltelijk worden opgesteld in de taal van de verzoekende Staat na overleg tussen de bevoegde autoriteiten.