- 1
- De door elke Verdragsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij doet vijfenveertig (45) dagen tevoren kennisgeving van de dienstregeling van haar voorgenomen diensten aan de luchtvaartautoriteiţen van de andere Verdragsluitende Partij, en vermeldt daarbij de frequentie, het type luchtvaartuig, de indeling en het aantal zitplaatsen dat beschikbaar zal zijn voor het publiek.
- 2
- Verzoeken om toestemming voor het uitvoeren van extra vluchten kunnen door de aangewezen luchtvaartmaatschappij rechtstreeks aan de luchtvaartautoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij ter goedkeuring worden voorgelegd. Een zodanig verzoek dient in beginsel ten minste twee (2) werkdagen voor de exploitatie van zodanige vluchten te worden ingediend.