Als een bevoegd orgaan een beslissing heeft genomen die voor tenuitvoerlegging vatbaar is overeenkomstig artikel 8, en de uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt van het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij, kan eerstgenoemd bevoegd orgaan verzoeken de betreffende betaling te verrekenen met de bedragen waarop de uitkeringsgerechtigde recht heeft in laatstgenoemde Verdragsluitende Partij. Laatstgenoemd bevoegd orgaan houdt het betreffende bedrag in op de wijze, en binnen de grenzen, als bepaald in de wetgeving die wordt toegepast door dat bevoegde orgaan, en maakt het ingehouden bedrag over aan het bevoegde orgaan dat de vorderingen heeft.