Responsive image

Artikel 3 Behandeling van investeringen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3 Behandeling van investeringen

Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip

    1
  • Elke Verdragsluitende Partij waarborgt een eerlijke en rechtvaardige behandeling van de investeringen van investeerders van de andere Verdragsluitende Partij en belemmert niet, door onredelijke of discriminatoire maatregelen, de werking, het beheer, de instandhouding, het gebruik, het genot of de vervreemding daarvan door deze investeerders. Elke Verdragsluitende Partij kent aan die investeringen volledige fysieke zekerheid en bescherming toe.
    2
  • In het bijzonder kent elke Verdragsluitende Partij aan die investeringen een behandeling toe die in ieder geval niet minder gunstig is dan die welke wordt toegekend aan investeringen van haar eigen investeerders of aan investeringen van investeerders van een derde staat, naargelang van welke het gunstigst is voor de betrokken investeerder.
    3
  • Indien een Verdragsluitende Partij investeerders van een derde staat bijzondere voordelen heeft toegekend:
    • a.uit hoofde van overeenkomsten tot oprichting van vrijhandelszones, douane-unies, economische unies, monetaire unies of soortgelijke instellingen;
    • b.op grond van interim-overeenkomsten die tot zodanige unies of instellingen leiden;
    • c.krachtens een verdrag ter vermijding van dubbele belasting, een internationale overeenkomst of internationale regeling die geheel of hoofdzakelijk betrekking heeft op belasting; of
    • d.op basis van wederkerigheid met betrekking tot belastingheffing;
  • is die Verdragsluitende Partij niet verplicht die voordelen toe te kennen aan investeerders van de andere Verdragsluitende Partij.
  • Kwesties inzake belasting naar het inkomen en naar het vermogen worden geregeld in overeenstemming met het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen tussen de Verdragsluitende Partijen. Indien de Verdragsluitende Partijen een dergelijk verdrag niet hebben gesloten, is de onderscheiden nationale belastingwetgeving van toepassing.
    4
  • Elke Verdragsluitende Partij komt alle verplichtingen na die zij is aangegaan met betrekking tot investeringen van investeerders van de andere Verdragsluitende Partij.
    5
  • Indien naast dit Verdrag de wettelijke bepalingen van één van beide Verdragsluitende Partijen of verplichtingen krachtens internationaal recht die thans tussen de Verdragsluitende Partijen bestaan of op een later tijdstip onderling worden aangegaan, een algemene of bijzondere regeling bevatten op grond waarvan investeringen door investeerders van de andere Verdragsluitende Partij aanspraak kunnen maken op een behandeling die gunstiger is dan die welke in dit Verdrag is voorzien, heeft een dergelijke regeling, in zoverre zij gunstiger is, voorrang boven dit Verdrag.
    6
  • De bepalingen van het eerste lid van dit artikel verplichten het Sultanaat Oman niet investeerders van de andere Verdragsluitende Partij dezelfde behandeling toe te kennen die het toekent aan zijn eigen investeerders met betrekking tot de eigendom van grond en onroerende zaken. Hetzelfde is van toepassing op subsidies en zachte leningen in verband met specifieke ontwikkelings- en sociale programma’s gericht op het bevorderen van investeringen door plaatselijke kleine en middelgrote ondernemingen, op voorwaarde dat deze de investeringen en activiteiten van de investeerders van de andere Verdragsluitende Partij niet aanmerkelijk beïnvloeden.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.