Responsive image

Artikel 3 Algemene begripsbepalingen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3 Algemene begripsbepalingen

    1
  • Voor de toepassing van deze Overeenkomst, tenzij het zinsverband anders vereist:
    • a.betekent de uitdrukking „Staat” Nederland of Nieuwzeeland al naar het zinsverband vereist; betekent de uitdrukking „Staten” Nederland en Nieuwzeeland;
    • b.omvat de uitdrukking „Nederland” het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, en het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan waarop het Koninkrijk der Nederlanden in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten heeft;
    • c.betekent de uitdrukking „Nieuwzeeland”, wanneer zij in aardrijkskundige zin wordt gebezigd, het Nieuwzeelandse moederland (daaronder begrepen de omliggende eilanden), maar zij omvat niet de Cook Islands, Niue of Tokelau; zij omvat tevens de aan de territoriale zee van het Nieuwzeelandse moederland (daaronder begrepen de omliggende eilanden) grenzende gebieden, die door de wetgeving van Nieuwzeeland en in overeenstemming met het internationale recht zijn of nog zullen worden aangewezen als gebieden waarover Nieuwzeeland soevereine rechten heeft ter zake van de exploratie van die gebieden, dan wel ter zake van de exploratie, exploitatie, instandhouding en het beheer van de natuurlijke rijkdommen van de zee alsmede van de zeebodem en de ondergrond daarvan;
    • d.omvat de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
    • e.betekent de uitdrukking „lichaam” elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
    • f.betekenen de uitdrukkingen „onderneming van een van de Staten” en „onderneming van de andere Staat” onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een van de Staten en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Staat;
    • g.betekent de uitdrukking „internationaal verkeer” alle vervoer met een schip of een luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een van de Staten is gelegen, behalve wanneer het schip of het luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Staat zijn gelegen;
    • h.betekent de uitdrukking „onderdaan”:
    • 1.wat Nederland betreft, iedere natuurlijke persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit en iedere rechtspersoon, vennootschap en vereniging die zijn rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in Nederland van kracht is;
    • 2.wat Nieuwzeeland betreft, iedere natuurlijke persoon die het staatsburgerschap van Nieuwzeeland bezit en iedere rechtspersoon, vennootschap en vereniging die zijn rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving, die in Nieuwzeeland van kracht is;
    • i.betekent de uitdrukking „bevoegde autoriteit”:
    • 1.wat Nederland betreft, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
    • 2.wat Nieuwzeeland betreft, de „Commissioner of Inland Revenue” of zijn bevoegde vertegenwoordiger.
    2
  • In de Overeenkomst omvatten de uitdrukkingen „Nederlandse belasting” en „Nieuwzeelandse belasting” niet heffingen, die als boete worden opgelegd op grond van de wetgeving van een van beide Staten met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.
    3
  • Voor de toepassing van de Overeenkomst door een van de Staten heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van de Staat met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.