- 1
- Elke Verdragsluitende Partij bevordert, binnen het kader van haar wetten en voorschriften, de economische samenwerking door middel van de bescherming op haar grondgebied van investeringen van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij. Met inachtneming van het recht van elke Verdragsluitende Partij de door haar wetten of voorschriften verleende bevoegdheden uit te oefenen, laat elke Verdragsluitende Partij dergelijke investeringen toe.
- 2
- Investeringen die zijn gedaan in overeenstemming met de wetten en voorschriften van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied van welke zij zijn gedaan, genieten de bescherming van dit Verdrag.