De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Macedonische Regering
(hun Staten hierna te noemen „de Verdragsluitende Staten”),
Geleid door de wens de van oudsher bestaande vriendschapsbanden tussen hun landen te versterken en de economische betrekkingen tussen hen uit te breiden en te intensiveren, met name wat betreft investeringen door de onderdanen van de ene Verdragsluitende Staat op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat,
In het besef dat overeenstemming omtrent de aan dergelijke investeringen toe te kennen behandeling het kapitaalverkeer en de overdracht van technologie tussen, alsmede de economische ontwikkeling van de Verdragsluitende Staten zal stimuleren, en dat een eerlijke en rechtvaardige behandeling van investeringen wenselijk is,
Zijn het volgende overeengekomen: