Aan het op 8 mei 1968 tussen Nederland en Luxemburg gesloten Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1968, 76), kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van het Verdrag:
- a Dividenden De Luxemburgse bronbelasting op dividenden bedraagt 15 percent van het brutobedrag daarvan, liet Verdrag voorziet in een vermindering van deze belasting indien het dividend toekomt aan een Nederlandse vennootschap die onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van de uitdelende Luxemburgse vennootschap. In dat geval wordt de belasting verminderd tot 2.5 percent van het brutobedrag van het dividend (artikel 10, tweede lid, onderdeel a). Onder dividenden worden mede begrepen de inkomsten uit winstdelende obligaties (artikel 10, vijfde lid).
- b Auteursrechten en royalty's De Luxemburgse bronbelasting bedraagt 10 percent voor auteursrechten (filmhuren daaronder begrepen) en 12 percent voor royalty's, en wel over het brutobedrag van die opbrengsten. Het Verdrag voorziet in een algehele vrijstelling van deze belasting (artikel 12, eerste lid).
- c Aandelen in de winst van een onderneming, toekomende aan een geldschieter De Luxemburgse bronbelasting op deze inkomsten bedraagt 15 percent van het brutobedrag daarvan. Wordt het winstaandeel betaald door een Luxemburgse vennootschap, dan bestaat geen aanspraak op vermindering van belasting (artikel 11, derde lid).Wordt het winstaandeel echter betaald door een natuurlijke persoon, dan bestaat aanspraak op algehele vrijstelling van belasting (artikel 11, eerste en derde lid).