- 1
- Enig geschil tussen de Verdragsluitende Partijen betreffende de uitlegging of de toepassing van dit Verdrag dat niet binnen een redelijke tijdsspanne langs diplomatieke weg kan worden beslecht, wordt, tenzij de Verdragsluitende Partijen anders zijn overeengekomen, op verzoek van één van beide Verdragsluitende Partijen voorgelegd aan een uit drie leden samengesteld scheidsgerecht. Elke Verdragsluitende Partij benoemt één scheidsman en de aldus benoemde scheidsmannen benoemen te zamen een derde scheidsman, die geen onderdaan van een der Verdragsluitende Partijen is, tot hun voorzitter.
- 2
- Indien één van beide Verdragsluitende Partijen nalaat haar scheidsman te benoemen en indien zij geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de andere Verdragsluitende Partij binnen twee maanden tot deze benoeming over te gaan, kan de laatstbedoelde Verdragsluitende Partij de President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
- 3
- Indien de beide scheidsmannen niet binnen twee maanden na hun benoeming tot overeenstemming kunnen geraken over de keuze van de derde scheidsman, kan elk der Verdragsluitende Partijen de President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
- 4
- Indien in de in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde gevallen de President van het Internationale Gerechtshof verhinderd is genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van één van beide Verdragsluitende Partijen, wordt de Vice-President verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten. Indien de Vice-President verhinderd is genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van één van beide Verdragsluitende Partijen, wordt het lid van het Gerechtshof dat het hoogst in anciënniteit is, beschikbaar is en geen onderdaan is van één der Verdragsluitende Partijen, verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
- 5
- Het scheidsgerecht doet uitspraak op basis van eerbiediging van het recht. Alvorens uitspraak te doen, kan het scheidsgerecht in elke stand van het geding een minnelijke schikking van het geschil aan de Verdragsluitende Partijen voorstellen. De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van het scheidsgerecht in het geschil een uitspraak ex aequo et bono te doen, indien de Verdragsluitende Partijen daarmee instemmen.
- 6
- Tenzij de Verdragsluitende Partijen anders beslissen, stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedureregels vast. Iedere Verdragsluitende Partij draagt de kosten van het door die Verdragsluitende Partij benoemde lid. De kosten van de voorzitter en overige kosten worden in gelijke delen gedragen door de twee Verdragsluitende Partijen. Het scheidsgerecht kan echter in zijn uitspraak bepalen dat een groter aandeel in de kosten wordt gedragen door een van beide Verdragsluitende Partijen, en deze uitspraak is bindend voor beide Verdragsluitende Partijen.
- 7
- Het scheidsgerecht doet zijn uitspraak bij meerderheid van sternmen. Een zodanige uitspraak is onherroepelijk en bindend voor de Verdragsluitende Partijen.