De aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van elke Overeenkomstsluitende Partij kunnen alle tussenliggende en verder gelegen punten aandoen zonder de uitoefening van vijfde-vrijheidsverkeersrechten.
De eventuele uitoefening van vijfde-vrijheidsverkeersrechten kan worden overeengekomen door de luchtvaartautoriteiten van de twee Overeenkomstsluitende Partijen.