- 1
- Voor de toepassing van dit Deel wordt verstaan onder „instelling", wat Korea betreft, de Nationale Pensioen Instelling, Seoul, en wat Nederland betreft, de Sociale Verzekeringsbank, Amstelveen.
- 2
- Wanneer de wetten van een Verdragsluitende Partij van toepassing zijn in overeenstemming met artikel 6, leden 2, 3 en 4, artikel 7 en artikel 10 van het Verdrag, verstrekt de instelling van die Verdragsluitende Partij, op verzoek van een werknemer, werkgever of zelfstandige, een verklaring vermeldend, op grond van het desbetreffende artikel, dat de werknemer of zelfstandige en zijn of haar gezinsleden onderworpen blijven aan die wetten en voor welk tijdvak dit van toepassing is.
- Deze verklaring vormt het bewijs dat de genoemde persoon niet onderworpen is aan de wetten inzake verplichte verzekering van de andere Verdragsluitende Partij.
- 3
- Wanneer een werknemer, aan wie een verklaring is verstrekt door de instelling van een Verdragsluitende Partij, daarna op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij werknemer wordt van een andere werkgever die gevestigd is op het grondgebied van die andere Verdragsluitende Partij, moet de werknemer terstond de instelling van de Verdragsluitende Partij inlichten die de verklaring heeft verstrekt. Deze instelling deelt dit vervolgens mee aan de instelling van de andere Verdragsluitende Partij.
- 4
- Een gezinslid zoals omschreven in artikel 11 van het Verdrag, dat daarna werknemer of zelfstandige wordt op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij waarnaar dit gezinslid de werknemer vergezelt, moet terstond de instelling van de Verdragsluitende Partij inlichten die de verklaring aan de werknemer heeft verstrekt.
- 5
- De instelling van de Verdragsluitende Partij die ingevolge dit artikel een verklaring heeft verstrekt zendt afschriften daarvan aan de werknemer en diens werkgever of aan de zelfstandige en aan de instelling van de andere Verdragsluitende Partij.