Een verdragsluitende partij kan – om operationele redenen en ter goedkeuring – verlangen dat de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van de andere verdragsluitende partij zestig (60) dagen voor aanvang van haar voorgenomen diensten kennis geeft/geven van de omschreven routes in overeenstemming met dit Verdrag, met inbegrip van het type dienst, het type luchtvaartuig en de timeslots. De luchtvaartautoriteiten doen ruim voordat een dienstregeling of wijziging van kracht wordt kennisgeving van goedkeuring. Beide verdragsluitende partijen beperken de administratieve belasting ten gevolge van voorschriften en procedures voor indiening tot een minimum. Dit geldt eveneens voor latere wijzigingen.