Onder de term „afdoende zekerheid en bescherming" wordt verstaan volledige zekerheid en bescherming, overeenkomstig de wetten en voorschriften van de Verdragsluitende Partij die als gastland fungeert, die in elk geval niet minder is dan die welke wordt toegekend aan investeringen van haar eigen onderdanen of aan investeringen van onderdanen van een derde Staat, naar gelang van welke het gunstigst is voor de betrokken onderdaan.