Om het recht op uitkeringen en de rechtmatigheid van betalingen krachtens de Israëlische of Nederlandse wetgeving te verifiëren, is een persoon die onder de werkingssfeer van dit Verdrag valt verplicht zich te identificeren door overlegging van een officieel bewijs van zijn of haar identiteit aan het bevoegde orgaan in Israël of in Nederland. Het bevoegde orgaan identificeert de aanvrager aan de hand van dit identiteitsbewijs. Een identiteitsbewijs omvat een paspoort of enige andere geldige identiteitskaart die is afgegeven door de bevoegde autoriteiten in de woonplaats van deze persoon.
Het bevoegde orgaan stelt het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Partij ervan in kennis dat de identiteit van de aanvrager naar behoren is geverifieerd, door toezending van een kopie van het identiteitsbewijs.