- 1
- Een onderneming van een Verdragsluitende Partij die schepen of luchtvaartuigen exploiteert in het internationale verkeer is in de andere Verdragsluitende Partij vrijgesteld van belasting van elke soort en benaming naar daaruit voortvloeiende inkomsten, ongeacht de wijze van heffing.
- 2
- Een onderneming van een Verdragsluitende Partij die schepen of luchtvaartuigen exploiteert in het internationale verkeer is in de andere Verdragsluitende Staat vrijgesteld van belasting van elke soort en benaming naar winst verkregen uit de vervreemding van schepen of luchtvaartuigen of van roerende zaken die worden gebruikt bij de exploitatie van de schepen of luchtvaartuigen, ongeacht de wijze van heffing.
- 3
- De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn ook van toepassing op inkomsten, voordelen en winst door een onderneming van een Verdragsluitende Partij verkregen uit de deelneming in een „pool’’, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal opererend agentschap.
- 4
- Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel mag de beloning verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of een luchtvaartuig dat in het internationale verkeer wordt geëxploiteerd, belast worden in de Verdragsluitende Partij waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.