- 1
- De bevoegde organen van de Verdragsluitende Partijen lossen, voor zover mogelijk, geschillen die voortvloeien uit de uitlegging of toepassing van dit Verdrag op in overeenstemming met de strekking en beginselen daarvan. Indien de bevoegde organen er niet in slagen een geschil op te lossen, pogen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Partijen het geschil op te lossen.
- 2
- Op het verzoek van een Verdragsluitende Partij raadplegen de Verdragsluitende Partijen elkaar terstond over geschillen die noch door de bevoegde organen, noch door de bevoegde autoriteiten konden worden opgelost in overeenstemming met het eerste lid.