- 1
- Indien een onderneming van oordeel is dat, in gevallen waarop dit Verdrag van toepassing is, de beginselen vervat in artikel 4 niet zijn geëerbiedigd, kan zij, onverminderd de in het nationale recht van de betrokken Partij voorziene rechtsmiddelen, haar zaak voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de Partij waarvan zij een onderneming is. De zaak dient binnen drie jaar na de eerste kennisgeving van de maatregel die in strijd is of mogelijk in strijd is met de grondbeginselen vervat in artikel 4 te worden voorgelegd. De bevoegde autoriteit stelt vervolgens de bevoegde autoriteit van de andere Partij onverwijld in kennis.
- 2
- De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere Partij te regelen teneinde belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag te vermijden. De overeengekomen regeling wordt uitgevoerd ongeacht in de nationale wetgeving van de Partijen voorkomende verjaringstermijnen.
- 3
- De bevoegde autoriteiten van de Partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de in het voorgaande lid bedoelde overeenstemming te bereiken.
- 4
- De bevoegde autoriteit van een Partij is niet verplicht de procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien een gerechtelijke of administratieve procedure heeft geleid tot een definitieve uitspraak dat een van de betrokken ondernemingen, wegens handelingen die aanleiding geven tot een correctie van de overdracht van winsten uit hoofde van artikel 4, een aanmerkelijke boete verschuldigd is. De bevoegde autoriteit van een Partij is voorts niet verplicht een procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien de onderneming, voordat de aanslag waarvan de correctie deel uitmaakt definitief werd, niet heeft voldaan aan de nationale vereisten inzake documentatie en/of informatie van de Partij die de correctie verricht.
- 5
- De Partijen kunnen ook andere vormen van geschillenbeslechting, met inbegrip van arbitrage, overeenkomen.
- 6
- Onverminderd de voorgaande leden van dit artikel, kunnen de bevoegde autoriteiten van de Partijen onderling overeenkomen de uit hoofde van dit artikel te volgen procedures te wijzigen, met inachtneming van de ontwikkelingen ten aanzien van het Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen van de Europese Unie en de ontwikkelingen in de discussie omtrent de procedure voor onderling overleg binnen de OESO.