- 1
- Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen of het vermogen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in Estland mogen worden belast.
- 2
- Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, zesde lid, artikel 11, zesde lid, artikel 12, vijfde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, artikel 18, derde lid, artikel 19, eerste lid (onderdeel a), en tweede lid (onderdeel a), en artikel 22, tweede lid, van dit Verdrag in Estland mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze inkomensbestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde bestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
- 3
- Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen of vermogen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 13, vijfde lid, artikel 16, artikel 17, artikel 18, tweede lid, en artikel 23, eerste en tweede lid, van dit Verdrag in Estland mogen worden belast in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Estland over deze bestanddelen van het inkomen of vermogen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen of vermogen begrepen bestanddelen van het inkomen of vermogen de enige bestanddelen van het inkomen of vermogen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
- 4
- In Estland wordt dubbele belasting als volgt vermeden:
-
- a.Indien een inwoner van Estland inkomen verkrijgt dat in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag in Nederland mag worden belast, stelt Estland dat inkomen, onder voorbehoud van het bepaalde in de onderdelen b) en c), vrij van belasting.
- b.Indien een inwoner van Estland inkomen verkrijgt of vermogen bezit dat in overeenstemming met het bepaalde in:
- i.artikel 10, tweede lid, onderdeel b; of
- ii.artikel 11, tweede lid, of artikel 12, tweede lid; of
- iii.artikel 17, eerste of tweede lid; of
- iv.artikel 23, eerste of tweede lid in Nederland mag worden belast, verleent Estland als een aftrek op de belasting naar het inkomen of naar het vermogen van die inwoner een bedrag gelijk aan de belasting betaald in Nederland. In elk van beide gevallen overschrijdt deze aftrek echter niet dat deel van de inkomstenbelasting of de vermogensbelasting in Estland, zoals berekend voordat de aftrek is verleend, dat toerekenbaar is aan het inkomen of het vermogen dat in Nederland mag worden belast.
- c.Indien inkomen verkregen door een inwoner van Estland in overeenstemming met een bepaling van het Verdrag in Estland van belasting is vrijgesteld, mag Estland niettemin bij de berekening van het bedrag van de belasting over het resterende inkomen van die inwoner, het vrijgestelde inkomen in aanmerking nemen.