Indien een bevoegd orgaan van Nederland een voor tenuitvoerlegging vatbare beslissing heeft genomen in de zin van artikel 8 en de desbetreffende uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt van een bevoegd orgaan van Estland, kan het bevoegde orgaan van Nederland verzoeken dat de desbetreffende betaling of de administratieve boete wordt verrekend met in de Republiek Estland achterstallige bedragen of bedragen die nog verschuldigd zijn aan de uitkeringsgerechtigde. Het bevoegde orgaan van Estland brengt het bedrag in mindering binnen de grenzen van de door dat bevoegde orgaan toegepaste wet inzake de uitvoering van overeenkomstige beslissingen en maakt het bedrag over aan het bevoegde orgaan van Nederland dat recht heeft op teruggave.