Op grond van ervaringen met de werking van het Verdrag of van veranderende omstandigheden kan elk van de verdragsluitende partijen een aanpassing van de bepalingen van dit Verdrag voorstellen. Indien zulks het geval is, is het wel te verstaan dat de andere verdragsluitende partij instemt met tijdig overleg teneinde de bepalingen van het Verdrag te herzien.
- a.De bevoegde autoriteiten kunnen in overleg treden indien:
- i.het Koninkrijk der Nederlanden een verdrag sluit met een andere mogendheid dat voorziet in andere vormen van uitwisseling van informatie;
- ii.de Republiek Costa Rica een verdrag sluit met een andere mogendheid dat voorziet in andere vormen van uitwisseling van informatie;
- iii.een van de verdragsluitende partijen nieuwe wetgeving invoert die andere vormen van uitwisseling van informatie mogelijk maakt.
- b.Indien het Koninkrijk der Nederlanden met andere mogendheden regelingen treft voor het verstrekken van informatie betreffende belastingzaken die in materieel opzicht minder belastend zijn dan de bepalingen van het Verdrag, kan de Republiek Costa Rica met het Koninkrijk der Nederlanden in overleg treden over wijziging van het Verdrag teneinde soortgelijke regelingen te bewerkstelligen.