- 1
- Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7, 14 en 15, mag inkomen verkregen door een inwoner van een verdragsluitende staat als artiest, zoals een toneelspeler, een film-, radio- of televisie-artiest of een musicus, of als sportbeoefenaar, uit de persoonlijke werkzaamheden van die inwoner als zodanig die worden verricht in de andere verdragsluitende staat, worden belast in die andere staat, tenzij het bedrag van de bruto-ontvangsten verkregen door een dergelijke artiest of sportbeoefenaar, met inbegrip van onkosten vergoed aan of gedragen namens deze persoon, uit dergelijke werkzaamheden jaarlijks niet meer bedraagt dan vijfduizend euro (€ 5.000) of de tegenwaarde daarvan in Chileense peso voor het desbetreffende belastingjaar. Het in dit lid bedoelde inkomen omvat mede inkomen dat wordt verkregen uit persoonlijke werkzaamheden die in de andere staat worden verricht in samenhang met de reputatie van deze persoon als artiest of sportbeoefenaar.
- 2
- Indien inkomen ter zake van persoonlijke werkzaamheden die door een artiest of een sportbeoefenaar in die hoedanigheid worden verricht, niet aan de artiest of sportbeoefenaar zelf toekomt, maar aan een andere persoon, mag dat inkomen, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7, 14 en 15, worden belast in de verdragsluitende staat waarin de werkzaamheden van de artiest of sportbeoefenaar worden verricht.
- 3
- Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, indien inkomen afkomstig is van het verrichten van werkzaamheden door artiesten of sportbeoefenaars in een verdragsluitende staat en het bezoek aan die staat geheel of grotendeels wordt bekostigd uit de openbare middelen van de andere verdragsluitende staat, belast de eerstgenoemde staat artiesten of sportbeoefenaars niet over het inkomen verkregen uit de openbare middelen betaald door de andere verdragsluitende staat.