Responsive image

Artikel 4 Intrekking en schorsing van vergunningen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 4 Intrekking en schorsing van vergunningen

    1
  • Elke verdragsluitende partij kan de exploitatievergunningen of technische vergunningen van een door de andere verdragsluitende partij aangewezen luchtvaartmaatschappij tijdelijk of permanent weigeren, intrekken, opschorten of beperken, wanneer:
    • a.in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Europese deel van Nederland aangewezen door Nederland:
    • i.de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van Nederland overeenkomstig de verdragen van de Europese Unie of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met het recht van de Europese Unie; of
    • ii.de lidstaat van de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de afgifte van het bewijs luchtvaartexploitant niet daadwerkelijk controleert of de aangewezen luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft of de desbetreffende luchtvaartautoriteit niet duidelijk wordt vermeld in de aanwijzing; of
    • iii.de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is en/of blijft van lidstaten van de Europese Unie en/of onderdanen van lidstaten van de Europese Unie, of van andere in de Bijlage bij dit Verdrag vermelde staten en/of onderdanen van die andere staten, en niet daadwerkelijk onder toezicht staat van die staten en/of onderdanen van die staten; of
    • iv.de luchtvaartmaatschappij beschikt over een bewijs luchtvaartexploitant afgegeven door een andere lidstaat van de Europese Unie of een in de Bijlage bij dit Verdrag vermelde staat, en de Republiek Chili van mening is dat, door het uitoefenen van verkeersrechten uit hoofde van dit Verdrag de luchtvaartmaatschappij de in een bilaterale overeenkomst tussen de Republiek Chili, en de andere staat opgelegde beperkingen zou omzeilen; of
    • v.de luchtvaartmaatschappij beschikt over een bewijs luchtvaartexploitant afgegeven door een andere lidstaat van de Europese Unie of een in de Bijlage bij dit Verdrag vermelde staat, en er geen bilaterale luchtvaartovereenkomst tussen de Republiek Chili en deze lidstaat van de Europese Unie of andere staten vermeld in de Bijlage bij dit Verdrag is.
    • Bij het uitoefenen van zijn recht ingevolge dit lid maakt de Republiek Chili geen onderscheid tussen de luchtvaartmaatschappijen aangewezen door Nederland op grond van nationaliteit.
    • b.in het geval van een luchtvaartmaatschappij in het Caribische deel van Nederland aangewezen door Nederland:
    • i.de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is in het Caribische deel van Nederland of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving voor het Caribische deel van Nederland; of
    • ii.Nederland niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft; of
    • iii.de luchtvaartmaatschappij niet rechtstreeks of via een meerderheidsbelang eigendom is van of niet daadwerkelijk onder toezicht staat van inwoners van het Caribische deel van Nederland met de Nederlandse nationaliteit;
    • c.in het geval van een luchtvaartmaatschappij aangewezen door de Republiek Chili:
    • i.de luchtvaartmaatschappij niet gevestigd is op het grondgebied van de Republiek Chili of niet beschikt over een geldige exploitatievergunning in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving van de Republiek Chili; of
    • ii.de Republiek Chili niet daadwerkelijk controleert of de luchtvaartmaatschappij de regelgeving naleeft; of
    • iii.de luchtvaartmaatschappij niet opgericht is en haar voornaamste plaats van bedrijfsuitoefening niet heeft op het grondgebied van de Republiek Chili.
    • d.de luchtvaartmaatschappij heeft verzuimd de in artikel 12 (Toepassing van wetten, voorschriften en procedures) van dit Verdrag bedoelde wetten en voorschriften na te leven;
    • e.de andere verdragsluitende partij de in artikel 8 (Eerlijke concurrentie), artikel 14 (Veiligheid) en artikel 15 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag vervatte normen niet handhaaft en toepast; of
    • f.een dergelijke luchtvaartmaatschappij nalaat ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de verdragsluitende partij die de vergunning controleren aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago ten aanzien van de exploitatie van internationale luchtdiensten toegepaste wetten en voorschriften; of
    • g.de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie uit te voeren in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag gestelde voorwaarden.
    2
  • Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorkoming van verdere inbreuken op de voorwaarden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden de bij dit artikel vastgestelde rechten slechts uitgeoefend na overleg met de andere verdragsluitende partij. Tenzij anders overeengekomen door de verdragsluitende partijen, vangt dergelijk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek.
    3
  • Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten van elke verdragsluitende partij de exploitatievergunning van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen van de andere verdragsluitende partij in overeenstemming met artikel 14 (Veiligheid) en artikel 15 (Beveiliging van de luchtvaart) van dit Verdrag te weigeren, in te trekken, op te schorten, te beperken of hieraan voorwaarden te verbinden.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.