Onder niet-rechtstreeks toezicht op een investering wordt verstaan feitelijk toezicht, te bepalen na onderzoek van de feitelijke omstandigheden per geval. Bij elk zodanig onderzoek dienen alle relevante factoren in overweging te worden genomen, met inbegrip van de onderdaan betreffende factoren.
- a.het financiële belang, waaronder belang in het vermogen, in de investering;
- b.de mogelijkheid wezenlijke invloed uit te oefenen op het beheer en de werking van de investering; en
- c.de mogelijkheid wezenlijke invloed uit te oefenen op de selectie van leden van de raad van bestuur of enig ander bestuurslichaam.
In geval van twijfel omtrent de vraag of een onderdaan al dan niet rechtstreeks toezicht uitoefent op een investering, rust de bewijslast daarvan op de onderdaan die stelt dat hij dit toezicht heeft.