- 1
- Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:
-
- a.„grondgebied’’, met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, het grondgebied van het Koninkrijk in Europa;
- b.„bevoegde autoriteit’’, met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot Belize, het ministerie van Financiën;
- c.„bevoegd orgaan’’, met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de socialezekerheidsuitkeringen bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; betreffende de socialezekerheidsuitkeringen bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, e en f: de Sociale verzekeringsbank; betreffende de wetgeving met betrekking tot de sociale bijstand, het daartoe door de Nederlandse bevoegde autoriteit aangewezen orgaan; met betrekking tot Belize, de Raad voor sociale zekerheid;of elke organisatie bevoegd tot het uitvoeren van een taak die momenteel wordt uitgevoerd door voornoemde organen;
- d.„instantie’’, elke organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag, met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters, belastingautoriteiten, arbeidsbureaus en bureaus voor arbeidsbemiddeling, scholen en andere onderwijsinstellingen, kadasterregisters, handelsautoriteiten, politie, gevangeniswezen en immigratiediensten;
- e.„wetgeving’’, de wetten en voorschriften inzake sociale zekerheid bedoeld in artikel 2;
- f.„uitkering’’, elke uitkering in geld of elk pensioen krachtens de wetgeving;
- g.„uitkeringsgerechtigde’’, een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op een uitkering;
- h.„gezinslid’’, een persoon die als zodanig wordt omschreven of erkend door de wetgeving;
- i.„wonen’’, gewoonlijk wonen;
- j.„verblijven’’, tijdelijk wonen.
- 2
- Andere in dit Verdrag gebruikte termen hebben de betekenis die daaraan in de toegepaste wetgeving wordt gegeven.