De eindverantwoordelijke accountant die constateert dat in strijd wordt of is gehandeld met een bepaling in deze verordening beëindigt de assurance-opdracht, tenzij:
- a.een maatregel wordt genomen die de onafhankelijke uitvoering van de assurance-opdracht tot dan toe waarborgt;
- b.voor de verdere uitvoering van de assurance-opdracht een maatregel wordt genomen die de onafhankelijke uitvoering waarborgt. Hierbij worden de vereisten van hoofdstuk 3 tot en met 13 in acht genomen; en
- c.de opdrachtgever en de met governance belaste personen schriftelijk akkoord zijn gegaan met:
- 1°de maatregel, bedoeld in onderdeel a; en
- 2°het continueren van de assurance-opdracht.