Een accountantsorganisatie zorgt ervoor dat haar werknemers en andere in artikel 22, tweede lid, van de richtlijn genoemde personen geen:
- a.materieel of financieel belang bezitten in de zin van artikel 30a;
- b.invloed uitoefenen in de zin van 30b;
- c.geldelijke of andere geschenken vragen of accepteren in de zin van 30c;
- d.dienstverband bij de controlecliënt hebben of hebben gehad in de zin van artikel 22, vierde lid, onder c, van de richtlijn.